Terug naar Nieuws

Ian Meierdres: de eeuwige nummer 39 van Trappers

Trappers in het DNA

Wie de teamfoto’s van Tilburg Trappers sinds 2007 er op na slaat, zal het direct opvallen. Spelers en trainers kwamen, maar die keeper met rugnummer 39 bleef. Trappers zit in het DNA van Ian Meierdres en het raakt er nooit meer uit.

Toen Ian Meierdres zijn debuut maakte in het vlaggenschip van het Tilburgs ijshockeybolwerk herbergde de selectie van Trappers negen imports of Nederlands-Canadezen (Paulo Colaiacovo, Don Nichols, Tony Bergin, Stanislav Nazarov, Mike Lalonde, Doug Stienstra, Brendan Bernakevitch, Daryl Bat en Casey Vanschagen). Bij zijn zevenhonderdvijftigste wedstrijd twaalf jaar later stond de goalie met louter Nederlandse jongens op het ijs.

TIJDEN VERANDEREN

De jubilaris realiseert zich maar al te goed hoeveel er veranderd is sinds die tijd. ‘Toen ik bij het eerste kwam moest je bier kunnen drinken. Nu moet je squats kunnen doen, hardlopen en jezelf kunnen optrekken.’ De doelman heeft een haat-liefdeverhouding met de sportschool. ‘Pucks stoppen leer je niet in de sportschool. Vanaf mijn eenentwintigste ben ik een jaar of vijf niet in de gym geweest. Bij het begin van het seizoen was ik steevast te zwaar en was het een maand flink afzien.’

Een hardnekkige rugblessure aan het begin van het eerste Oberliga jaar van Trappers zette hem aan het denken. Acht competitieduels moest hij toekijken totdat hij op 30 oktober 2015 zijn rentree maakte in Duisburg. ‘Sinds die kwetsuur kom ik gemiddeld twee keer per week in de sportschool. Niet alleen voor het ijshockey maar ook voor de situatie thuis. Ik vind wel dat ik achter mijn zesjarige dochter Lizzy aan moet kunnen rennen.’

VERTROUWENSBAND

Ian meldde zich als speler in de Pellikaanhal, maar nadat hij bij de welpen een keer of vier over het doeltje viel, stelde Doug Mason voor het eens als goalie te proberen. Het talent bij het jonge, kleine keepertje wel direct zichtbaar. Oud-eerste team goalie Vincent van Schilt ging in de E-jeugd met hem aan de slag. ‘Zes jaar heb ik met Vincent samengewerkt. Hierdoor ontstaat er vanzelf een vertrouwensband. Nog altijd wanneer ik hem zie, is er een ruimte voor een knuffel. Vincent kent me door en door. Zijn trainingen waren intensief, maar zeer gevarieerd met tal van leermomenten. Zonder twijfel heeft hij de basis gelegd voor de keeper die ik nu ben.’

PHIL GROENEVELD

Na die periode scherpte Meierdres zijn finesses aan op de trainingskampen die hij bezocht in onder andere Zwitserland, Duitsland, Amerika en Canada. Zo vertrok hij op dertienjarige leeftijd alleen naar Mont-Saint-Hilaire, een buitenwijk van Montreal. ‘Theo van Gerwen belde me op met de vraag of het een goed idee was om met Phil Groeneveld op keeperskamp te gaan. Daar heb ik niet over getwijfeld maar direct ja op gezegd. Mijn ouders hadden in het begin hun twijfels omdat het zo ver weg was en ik dan alleen zou moeten vliegen. Maar die scepsis bleek onnodig. Phil pikte me op van het vliegveld en bracht me naar zijn huis net buiten de stad. Er was direct sprake van een klik. Ik werd ontvangen alsof ik familie van hem was. Dat was werkelijk geweldig!’

De bewondering voor de Nederlands-Canadese doelman is groot. ‘Hij was net klaar met zijn seizoen in Amsterdam. Dat was sowieso een genot om naar te kijken. Phil is ongelooflijk. Een klasse apart!’ Ian was vooral onder de indruk van het vermogen van Groeneveld om alles zo simpel mogelijk te houden. ‘Je zag dat hij op ervaring speelt. Hij was zo rustig. Praktisch elke situatie heeft hij al eens meegemaakt, dus kan hij daar makkelijk op anticiperen. Zijn motto was altijd: ‘Als je een mooie moeilijke redding moet maken, heb je van tevoren al iets fout gedaan.’

Het contact tussen beide doelmannen is minder intensief dan destijds. Ian Meierdres tilt hier niet al te zwaar aan. ‘Hij heeft zijn leven daar en ik het mijne hier. Onlangs zag ik dat hij weer is begonnen met het geven van keeperstraining. Dan begint het toch wel weer te kriebelen twee, drie weken die kant op te gaan.’

GEEN ANGST

Terug in de Kruikenstad maakte hij stappen. ‘Door de Topsportklas kreeg ik de mogelijkheid om veel te trainen. Tevens trainde ik in de ochtend mee met het eerste.’ Het was hard werken, maar het legde hem geen windeieren. ‘Aan het begin van het seizoen had ik vaak iemand voor me. Gaandeweg het jaar passeerde ik die dan. Dat was ook altijd mijn doel en verklaart mijn drive om elke dag beter te willen worden.’

Kende hij nooit geen angst om als tiener op doel te gaan staan bij volwassen mannen? ‘Ik rolde er min of meer in. Toendertijd speelde Jeff Trembecky in Tilburg. Die schoot harder dan menigeen nu. Gelukkig ben ik slechts een keer zo hard op mijn schouder geschoten dat ik twee weken niet kon trainen. Dat was niet eens bij het eerste. Ik was elf jaar toen dat gebeurde. Bolo (Mark Donders) dacht dat ik wel wat kon hebben en besloot tijdens een keeperstraining vol te gaan slappen.’

ROL OP TWEEDE PLAN

Lang moest Ian genoegen nemen met een rol op het tweede plan. Achter import-goalies als Paulo Colaiacovo, Billy Thompson en Yutaka Fukufuji. Het accepteren van zijn rol als back-up was lang niet altijd even makkelijk erkent hij ruiterlijk. ‘Het eerste jaar had ik er niet zo’n moeite mee. Toen had ik Paulo voor me. Net zoals Phil was dat een klasse apart.’

In de zomer van 2008 maakte ‘Cola’ plaats voor Billy Thompson. ‘Ik speelde toen 4 wedstrijden waaronder de beslissende vijfde wedstrijd van de halve finale tegen Nijmegen. Billy kon toen niet spelen vanwege problemen met zijn lies. We wonnen dat duel met 5-1. Twee dagen later begonnen we aan de finaleserie in Den Haag. Zonder toelichting koos Larry (Suarez) toen toch weer voor Billy, die in mijn ogen echt geen denderend jaar kende en ook ineens geen last meer had van zijn lies. Dat blijft nog altijd heel opmerkelijk voor mij.’

Onder de nieuwe coach Mark Pederson werd Meierdres langzaam klaargestoomd als goalie voor de toekomst. ‘Fuji was de nummer 1, maar ik maakte het Mark niet makkelijk in zijn keuzes. Buiten de play-offs kreeg ik ongeveer veertig procent van de wedstrijden. “Pede’ had een bepaald vertrouwen in me want hij stelde me niet alleen op in de potjes tegen de laagvliegers, maar ook tegen gerenommeerde ploegen als Nijmegen, Den Haag, Geleen en Heerenveen.’

JAAR VAN DE DOORBRAAK

Bij het begin van de ijshockeyjaargang 2011-2012 brak er voor Meierdres een nieuwe fase in zijn carrière aan. Hij werd de nieuwe starting-goalie van Tilburg Trappers. ‘Vanaf het moment dat ik voor het eerst tussen de palen plaats nam, was mijn doel het eerste van Tilburg Trappers bereiken.’

Omdat het coaching duo (Theo) Van Gerwen en (Nicky) Rohde de stand-in voor Meierdres, Michael Sterkens, niet capabel genoeg achtte haalde men de Amerikaan Billy Blase. Tot aan de play-offs ging eigenlijk alles crescendo voor Ian. ‘Tijdens de halve finale tegen Nijmegen maakte ik een paar foutjes. Daarop koos Theo voor Billy. Zijn goed recht, maar gelukkig won ik dat jaar wel mijn eerste bekerfinale tegen het sterrenensemble uit Den Haag met TJ Caig, Phil Aucoin, Alexander Selivanov. Dat was wel mooi.’

GEK?

Gevraagd naar een omschrijving van zichzelf poppen de woorden ‘simpel, rustig en vechtend’ bij hem op. ‘Genoeg is genoeg, zeg ik altijd. Je gaat niet elk duel de nul houden. De ene wedstrijd krijg je er drie tegen, de week erop vier en de ontmoeting daarna slechts een. Het gaat erom dat je een puck meer stopt dan je collega aan de overkant zodat jouw team elke avond de kans heeft om te winnen.’ En wat bedoelt hij met ‘vechtend’? ‘Dat zijn die gedeeltes in een wedstrijd dat je de puck moet vinden. Dat er legio mensen voor je neus staan en je moet vechten voor een goede positie en zicht op de puck.’

Ontbreekt ‘gek’ niet in het rijtje houd ik hem voor? ‘Nee hoor want wie is er nu gek, een speler, die zich met veel minder bescherming dan ik voor een puck gooit of ik, die volledig en goed beschermd is? Dus wie is er dan gek?

NOOIT NAAR BUITENLAND

Met drie landstitels, vijf nationale bekers, vijf Ron Bertelingschalen, drie Oberliga kampioenschappen en uitverkiezingen tot beste keeper in de eredivisie en Oberliga bezit hij inmiddels een imposante erelijst. Ontbreekt er geen buitenlands avontuur op zijn palmares? ‘Nee hoor. De aanbiedingen waren er wel, maar ze waren financieel niet interessant genoeg om alles hier ervoor op te geven. Verder was ik 23 jaar toen ik mijn eerste huis kocht. Daar horen verantwoordelijkheden bij. Dan kan ik niet in bijvoorbeeld Zweden gaan ijshockey zoals Martijn Oosterwijk heeft gedaan en hier mijn huis aanhouden’

Na zijn beste jaar (2016-2017) informeerden clubs uit Italië en Duitsland. Vooral de interesse van Dresdner Eislöwen (DEL2) was zéér concreet. ‘Uiteindelijk liep het stuk op het feit dat ik in beide competities als een import geldt. Dat was jammer omdat ik graag de uitdaging was aangegaan. Dresden gaf de voorkeur aan Sebastian Stefaniszin. Met alle respect voor hem, maar mijn statistieken waren stukken beter dan die van hem. Natuurlijk baal je dan even, maar het is geweldig om met het gezin alles te kunnen doen, op de fiets naar de ijsbaan te gaan en familie, vrienden en kennissen om je heen te hebben.’

954

Op een prominente plaats in IJssportcentrum Stappegoor hangen elf banners met daarop de beschermde rugnummers van spelers uit de rijke historie van Tilburg Trappers. Zonder twijfel gaat de geboren en getogen Tilburger deze eer ook te beurt vallen. Een van de ‘retired numbers’ hoort toe aan Martin Trommelen. De goalie, die als eerste Trapper ooit op weg leek naar duizend wedstrijden in het eerste team, wordt nog altijd in een adem genoemd met Ian. ‘In het begin van mijn carrière had ik het liever niet dat men mij de opvolger van Martin Trommelen noemde. We zijn twee verschillende keepers met elk een eigen stijl. Hij was Martin Trommelen en ik ben Ian Meierdres.’

Begrijp hem niet verkeerd, want hij beseft wel degelijk dat er minder vleiende vergelijkingen denkbaar zijn. Ook voor Ian is Trommelen een van de beste keepers uit de Trappers geschiedenis. ’Niet alleen heeft Martin 954 duels in het eerste gespeeld en vele prijzen gewonnen, maar vooral heeft hij altijd een constant niveau gehaald.’

Toch wenst Ian nog niet aan stoppen te denken. ‘Spelen voor Trappers, brengt iets speciaal. Zo lang ik plezier houd en mijn lichaam het aankan, blijf ik keepen. Ik heb niet voor niets nummer 39 op mijn rug.

Volgende week 8 januari 2020 deel twee van dit artikel, waarin we onder andere ex-teamgenoten van Ian Meierdres aan het woord laten.