Terug naar Nieuws

Hockey journey to an end

De ijshockeyreis van Ian Meierdres is ten einde

Zijn magistrale reddingen veroverden nog meer harten dan de 19 prijzen op zijn imposante erelijst. Ian Meierdres zal herinnerd worden als één van de allergrootsten uit de historie van Tilburg Trappers. Dit is zijn slotakkoord, in 14 delen. ‘Dit afscheid heb ik nooit zo gewild.’

1. Vorige week zaterdag werd bekend dat je noodgedwongen een punt achter je carrière moest zetten. Hoe waren de afgelopen dagen?
‘Zaterdag was een heel taaie dag. Ik heb van heel veel mensen appjes, mail of een belletje gehad. De steun, warmte en liefde die daarin doorklinkt doet me enorm goed, maar de pijn van het gedwongen afscheid zal nog wel even voelbaar zijn en moeten slijten.’

2. Hoe sta je er medisch gezien voor?
‘Ik heb twee versleten heupen. Rechts is nog geen MRI gemaakt, maar mijn behandelend arts gaf al aan dat het er zeker niet beter uitzag dan aan mijn linkerkant. Daarvan ondervond ik de meeste hinder.’

3. Je beslissing kwam voor velen als donderslag bij heldere hemel want de heupproblemen zijn nooit breed uitgemeten in de media. Hoe lang heb je al last van het gewricht en is het typisch iets voor keepers?
‘De eerste fysieke ongemakken dateren misschien al wel van 10-15 jaar geleden. Kijk, elke keer als ik in de split ga, gaan de kop en de kom tegen elkaar. Daar is slijtage opgetreden. Mijn klachten werden ook steeds iets erger. Met aangepast trainen en twee cortisone injecties hoopten we dit seizoen tot een goed einde te kunnen brengen, maar de realiteit is helaas anders.

Hoe erg het letsel is, bleek wel toen Pieter Druyts (orthopedisch chirurg in Elisabeth-TweeSteden ziekenhuis) mijn dossier meenam naar een congres voor orthopeden. Artsen uit Noord-Amerika, die ook ijshockeykeepers tot hun patiënten mogen rekenen, schrokken enorm van de schade aan mijn heupen.’

4. In 2007 maakte je de overstap naar de hoofdmacht van Tilburg Trappers. Wat is het grootste verschil tussen Ian van toen en de huidige Ian?
‘Mijn leeftijd, haha. Nee, alle gekheid op een stokje. Ik was 18 jaar toen ik bij het eerste kwam. Destijds bepaalden de oudste spelers de hiërarchie in de kleedkamer. Als nieuweling stelde ik me nederig op en werkte ik keihard. Later ontwikkel je jezelf als mens, zowel privé als op het ijs. Je krijgt wat meer bravoure en geeft wel eens tegengas, maar altijd op een respectvolle manier. Dat laatste vind ik enorm belangrijk.’

5. Wat is hét hoogtepunt uit 15 seizoenen Trappers-1?
‘Pfoeh, dat zijn er meerdere. Als eerste schiet me de beslissende vijfde wedstrijd van de halve finale tegen Nijmegen (8 maart 2009) te binnen. Mijn eerste moment in de spotlights. Ik verving Billy Thompson, die niet kon spelen vanwege problemen met zijn lies. We wonnen dat duel met 5-1 in een uitverkocht huis tegen Nijmegen met jongens als Marco Postma, Brad Smulders, Phil Aucoin en Levi Houkes in de gelederen. Twee dagen later begonnen we aan de finaleserie in Den Haag. Zonder toelichting koos Larry (Suarez) toen echter toch weer voor Billy. Dat blijft nog altijd heel opmerkelijk voor mij.

Een ander hoogtepunt was de bekerfinale in 2011 tegen Den Haag. Niet alleen heel bijzonder omdat de eindstrijd in Tilburg plaatsvond, maar vooral ook omdat het mijn eerste bekerwinst als starting-goalie was. In 2008 wonnen we de beker ook ten koste van Heerenveen, maar toen was ik tweede doelman achter Paulo (Colaiacovo).

De derde uitschieter was het eerste jaar in de Oberliga. Dat seizoen was een emotionele rollercoaster. Alles was nieuw en er gebeurde van alles met en om het team dat seizoen. De ziekte van Guus Bakker. Wat er aan de hand was met Priscilla (vrouw van Peter van Biezen) en Petra Aarts. En niet te vergeten de finale tegen Bayreuth. In de eerste wedstrijd keken we na een kwartier tegen een 0-3 achterstand aan. Niemand gaf meer een cent voor onze kansen, maar uiteindelijk trokken we met 6-4 alsnog aan het langste eind. Vier dagen later waren we kampioen. Echt onvergetelijk!’

6. Als we het over hoogtepunten hebben, moeten we ook aandacht besteden aan de grootste teleurstelling gedurende jouw periode in de Trappers hoofdmacht.
‘Ondanks onze latere landstitel hield ik aan de play-offs in 2013-2014 een bittere nasmaak over. In het eerste halve finaleduel tegen HYC Herentals stak ik niet in mijn beste vorm. We wonnen met 3-2, maar het was met hangen en wurgen. Voor wedstrijd 2 gaf Paul (Gardner) de voorkeur aan Nick Broadwater. Die deed het zo goed dat ik de rest van de play-offs niet meer aan bod kwam.

Verder deed de degradatie met Oranje in 2015 in Eindhoven pijn. We waren kansloos tegen Zuid-Korea (1-7), versloegen Kroatië met 5-2, verloren nipt van Litouwen (0-1) en Groot-Brittannië (2-3) en hadden op de slotdag alles nog in eigen hand tegen Estland. Helaas hadden we het geluk die avond niet aan onze zijde en gingen we met 1-3 ten onder.’

7. Jouw favoriete goalie is Marc-André Fleury. Waarom eigenlijk?
‘Qua manier van keepen zijn we volstrekte tegenpolen. Hij is enorm atletisch en zeer spectaculair om naar te kijken. Ik daarentegen huldig het credo dat ik tenminste één puck meer moet stoppen dan die jongen aan de overkant. Verder bewonder ik Fleury’s persoonlijkheid, zijn uitstraling en het plezier dat van zijn gezicht af spat. En dat al 18 (NHL)seizoenen lang.’

8. Je hebt in jouw loopbaan veel topwedstrijden gespeeld. Hoe ging je met die druk om?
‘Trappers staat symbool voor topijshockey en daar hoort druk bij. Je rolt er min of meer vanzelf in. Het is belangrijk er te staan wanneer er een beroep op je wordt gedaan. Toch moet je het vooral zelf doen. Gaandeweg mijn carrière ging het stapje voor stapje steeds beter. Toch was ik voor belangrijke duels altijd nog zenuwachtig.’

9. Waarop moet in jouw ogen een keeper worden beoordeeld?
‘Het ijshockey is in de loop der jaren veranderd. Het is veel en veel sneller geworden. Ik vind de hoofdtaak nog steeds het tegenhouden van pucks, maar daarnaast moet een doelman goed kunnen schaatsen, een goede balans hebben, de puck kunnen spelen, het spel kunnen lezen en zijn verdediging sturen. Het is belangrijk inzicht te hebben in bepaalde spelsituaties. Neem bijvoorbeeld een 2-op-1 aanval. De basisregel is dat het schot voor de goalie is en de hoge man voor de verdediger. Echter, die regel gaat niet altijd op. Door een keuze op basis van inzicht kun je dan alsnog die save maken. Ervaring helpt want hoe vaker je in een dergelijke situatie geweest bent hoe makkelijker je de puck stopt.’

10. Volgens Ivy van den Heuvel behoor je tot de allergrootsten uit de geschiedenis van Tilburg Trappers. Hoe wil je zelf herinnerd worden?
‘Niet zo zeer als keeper, veel meer als die gewone Tilburgse jongen, die nooit te beroerd was met mensen een praatje te maken en toevallig ook nog aardig kon keepen. De prijzen die ik gewonnen heb, zijn niet alleen mijn verdienste. Daar heb je 25 gasten voor nodig die allemaal hetzelfde willen bereiken.

Mijn meest dierbare prijs is geen kampioenschap of nationale beker, maar een derde plaats met Trappers op het Chris Verwijst toernooi in 2005. Met onder anderen Diederick Hagemeijer, Ivy van den Heuvel, Steve Mason, Max van Lieshout, Ritchie van Hulten, Tim Donders, Robbert Marcelis, Jeroen van den Broek, Reinier Staats, Jeffrey Melissant en Bram van Uden beschikten we over een geweldige lichting ijshockeyers. Onder leiding van onze coaches Marc de Hondt en Nicky Rohde stegen we tot grote hoogte. Ik vind het nog altijd heel jammer dat Nick vroegtijdig gestopt is. Hij was tactisch zo ongelofelijk sterk. Als een van de weinige jeugdteams speelden we toen een 1-2-2 forecheck. Net zoals Amsterdam deed in hun hoogtijdagen in de eredivisie. Nick had als coach de top kunnen bereiken. Daar ben ik van overtuigd.’

11. Je wilde dolgraag het record van Martin Trommelen (954 wedstrijden voor Tilburg Trappers) overtreffen. Hoe groot is de teleurstelling dat dit niet gelukt is?
‘Niet zo groot als mensen wellicht denken. Mijn lichaam is op! Dat is echt heel jammer. Wat Martin heeft gepresteerd, is ongelofelijk. Hij stond er altijd wanneer het nodig was.’

12. Wat ga je het meest missen?
‘De kameraadschap onderling. Het elkaar aankijken in de kleedkamer en weten dat zij volledig voor jou gaan en andersom. En wat ik zal missen is dat je mensen blij kunt maken met wat je doet.’

13. IJshockey was bijna 27 jaar een zeer belangrijk deel van jouw leven. Natuurlijk is er leven na Tilburg Trappers. Hoe ziet dat eruit?
‘Met de overstap naar de Oberliga slokte het ijshockey ongeveer 30 uur per week van mijn tijd op. Medelijden hoef je niet met me te hebben want het was een geweldig avontuur. Maar ruimte voor mijn gezin, verjaardagen of bezoekjes aan familie of vrienden was er nauwelijks. Dat gaat nu veranderen. Daarnaast ben ik afgelopen jaar een klus/bouwbedrijf gestart. Hier ga ik lekker mee verder. En als ik wil ontspannen, stap ik lekker op de mountainbike of motor.’

14. Tot slot, wat wil je nog tegen de supporters zeggen?
‘Het was een voorrecht om voor het Trappers publiek te mogen spelen. Nergens in Nederland komen zoveel mensen naar het ijshockey kijken als in Tilburg. Ze hebben verstand van het spelletje en zijn kritisch, maar steunen ons door dik en dun. Sinds ik in het eerste speel, is er veel veranderd. De eerste jaren was het vaak stil in het IJssportcentrum, maar met de entree in de Oberliga is dat omgekeerd. Een aantal fans hebben de schouders eronder gezet en het sfeervak opgericht. Dat heeft de ambiance in het stadion een enorme boost gegeven en is in bepaalde wedstrijden zeker het verschil tussen winst en verlies geweest.’