Terug naar Nieuws

“Trappers bood me een unieke kans”

Foto: Thijs de Witte

Dankbare Van den Heuvel zet punt achter imposante carrière

Ivy van den Heuvel hangt zijn ijshockeyschaatsen aan de wilgen. De dertigjarige aanvaller heeft besloten dat het genoeg is geweest. Game 5 van de Oberliga finaleserie tegen EV Landshut was zijn laatste wedstrijd als profspeler.

Foto: Romy Mullens

Van den Heuvel zet na dertien jaar ijshockey op het hoogste niveau een punt achter zijn carrière, die hem bij Amstel Tijgers Amsterdam, Oranje, Eindhoven Kemphanen en de laatste acht jaar Tilburg Trappers bracht. Met 221 goals en 562 punten in 505 wedstrijden bezet Ivy de elfde plaats op de all-time topscorerslijst van de Tilburgse ijshockeyclub.

De geboren Bosschenaar zoekt naar de juiste woorden die zijn acht seizoenen in IJssportcentrum Stappegoor omschrijven. ‘Bijzonder dankbaar! Trappers bood me een unieke kans hier te komen spelen en mezelf te ontwikkelen, zowel op als buiten het ijs. IJshockey heeft me gevormd tot de persoon die ik nu ben. Ik heb geweldige mensen leren kennen (ook buiten de club) die ontzettend veel voor me hebben betekend. Er zijn vriendschappen voor het leven ontstaan. Die herinneringen zal ik voor altijd met me meedragen.’

SPAGAAT

Het uiteindelijke besluit te stoppen nam het boegbeeld van Trappers zelf. ‘Natuurlijk heb ik er uitgebreid met Hanneke over gesproken, maar ook met familieleden, goede vrienden en mensen binnen de club. Wat gaf uiteindelijk de doorslag? ‘Door topsport en een eigen bedrijf runnen te combineren bevond ik me steeds meer in een spagaat. Ik was bezig meerdere ballen in de lucht te houden, terwijl je eigenlijk maar één ding goed kunt doen.’

De rightwinger vervolgt: ‘Met mijn bedrijf (PTI Coaching) wil ik een eigen locatie openen en heb ik serieuze uitbreidingsplannen zoals het coachen van bedrijven op het gebied van vitaliteit en gezondheid. Dan moet ik keuzes maken. Dat ben ik niet alleen aan mezelf, maar zeker ook aan de club en mijn teamgenoten verplicht.’

PAPLEPEL

Van den Heuvel is het prototype van een prof die onder aan de ladder begon en met hard werken zich ontwikkelde tot een topper. Pas op zijn vijfde mocht hij lid worden van Red Eagles Den Bosch, maar daarvoor was hij al dag en nacht op de ijsbaan te vinden. IJshockey is hem met de paplepel ingegoten. ‘Ik heb een foto waarop ik te zien ben op het ijs van de oude Vliert (befaamde vroegere thuishaven van ijshockeyclub Den Bosch). Volgens mijn moeder ben ik op die foto net één jaar oud.’

Dankzij zijn vader Hein (die drieënhalf seizoen het geelblauwe Trappers-shirt droeg) belandde Ivy in de zomer van 2001 min of meer bij toeval in Tilburg. ‘Eigenlijk zou ik naar Nijmegen gaan waar Alex Andjelic coach was. Hij gaf ook ochtendtraining in Den Bosch, maar het ijshockey daar was op sterven na dood. Van mijn vader mocht ik echter niet naar Nijmegen omdat Alex overal na een half jaar weer boos vertrok. Destijds wist ik dat nog niet. En dus trokken we naar Trappers.’

GEVOELSMENS

Onder de helm, de beschermende kleding en het lichaam met elf tattoos gaat een emotioneel gevoelsmens schuil. Een man die in de hectiek van het profijshockey altijd zichzelf is gebleven. Ruwe bolster, blanke pit. Doorslaggevend op de momenten dat het er écht om ging. Het tekent de teamspeler in Van den Heuvel. Zo gleed de bokaal na het winnen van de derde Oberliga titel op rij als vanzelf in de handen van Parker Bowles.

‘Vooraf was ik al overtuigd wie ik de beker zou geven. Bowlesy moest hem krijgen. Allereerst omdat het zijn eerste kampioenschap was. Het hele seizoen was hij ongelofelijk belangrijk voor ons. Vanwege een blessure ontbrak hij op het moment suprême. Dat was heel zwaar. Maar als je ziet hoe professioneel hij zich gedragen heeft, het team steunde, in Deggendorf in de spelersbank zat. Dat zegt alles over zijn karakter.’

HOOGTEPUNTEN

De energieke winger kan terugkijken op een mooie loopbaan waarin hij veel zilverwerk veroverde. Liefst vijftien kampioenschappen, bekers, Cups of (Ron Berteling)schalen prijken er op zijn imponerende palmares. ‘Ik heb het geluk gekend in een tijdperk te spelen waarin min of meer alle goede ijshockeyers samen kwamen. Dat heeft zeker bijgedragen aan de vele hoogtepunten die ik beleefd heb. Er een specifieke uitlichten is heel lastig. Onmogelijk zelfs.’

Naast de teamprijzen kreeg Ivy ook individueel lof toegezwaaid. In 2011 legde hij beslag op de Bennie Tijnagel Trofee (award voor het grootste Nederlandse talent in de eredivisie, die maximaal 22 jaar oud is op het einde van het seizoen). Minstens zo trots is hij op het feit dat hij tijdens zijn acht jaar in de Kruikenstad door twee coaches (Barry Smith en Bo Subr) werd uitgeroepen tot meest waardevolle speler.

Sportief gezien waren de verloren finales dieptepunten, maar deze vallen in het niet bij het verdriet dat onlosmakelijk verbonden is aan afscheid nemen. ‘Het verlies van Guus (Bakker) en anderen heeft me veel verdriet gedaan. Je maakt echt hele heftige dingen mee en dat creëert zo’n onwijs sterke band. Met sommige mensen ben ik al zo lang en zo intens verbonden. Als er dan iemand wegvalt, is dat heel emotioneel.’

CAPTAIN

Na het afscheid van zijn goede vriend Diederick Hagemeijer nam Van den Heuvel bij het begin van de ijshockeyjaargang 2017-2018 het aanvoerderschap van het Tilburgse ijshockeybolwerk over. ‘Met trots heb ik twee jaar lang de ‘C’ van de mooiste ijshockeyclub van Nederland gedragen.’ Verrassend was de keuze voor Trappers nummer 6 niet. Onder Bo Subr, Paul Gardner en Barry Smith was hij al alternate captain.

Over wie hem moet opvolgen als captain houdt Ivy zich bij zijn afscheid op de vlakte. ‘Daarvoor komen er velen in aanmerking. Het gaat niet per se om de beste, maar veel meer om de juiste speler binnen de selectie. Cruciaal is dat hij de identiteit binnen het team bewaakt. Verder is het belangrijk dat hij een schakel vormt tussen de coach en de spelersgroep en een ambassadeur voor de club is. Dat kan zijn door iets duidelijk te zeggen of door zich op het ijs te laten gelden.’

BUITENLAND

Naast het shirt van Trappers droeg Van den Heuvel ook het tenue van Amsterdam (‘Als net 18-jarige deelde ik de kleedkamer met mijn ijshockeyhelden Leo van den Thillart, Ron Berteling, Tommie Hartogs en Paul Vincent’) en Eindhoven (‘Hier kreeg ik een snelcursus volwassen worden. Samen met andere jonge gasten kwam ik in een team terecht waar direct veel van ons verwacht werd’).

Ondanks enkele aanbiedingen verlegde Ivy nooit letterlijk zijn grenzen. ‘De mogelijkheden waren er wel. Zo wilde Barry Smith me in 2014 naar Amiens halen.’ Waarom, in tegenstelling tot enkele van zijn ploeggenoten, dan toch nooit de overstap gemaakt? ‘Een samenloop van omstandigheden. Het voorstel kwam vaak op een moment in mijn leven dat het niet paste.’

NIEUWE FASE

Bijna vijfentwintig jaar lang zat hij in een stramien van trainen en spelen. Van augustus tot april stond zijn leven in het teken van het bevroren water, de gekromde stick en het bevroren rubber. Toch is hij geen seconde bang voor het befaamde zwarte gat. ‘Zoals gezegd wil ik me de komende tijd volledig richten op de uitbouw van PTI Coaching.’

Foto: Arie Leeuwesteijn

Over wat hij het meest gaat missen, hoeft hij niet lang na te denken. ‘De kleedkamer! In al die jaren is het een soort tweede huiskamer geworden. De humor, de groepsdynamiek, de vriendschappen en het samen tot een topprestatie komen. Maar natuurlijk ook het spelen en winnen van belangrijke wedstrijden. Het gevoel dat ik had toen ik in het tweede duel tegen Landshut 24 seconden voor tijd met 4300 mensen op de tribune de gelijkmaker maakte, zal ik in het dagelijks leven niet meer ervaren. Dat is onvervangbaar.’