Beste bezoeker,
Maak hieronder uw keuze voor zit of staan-plaatsen.
Na deze keuze wordt u doorverwezen en kunt u kiezen voor de gewenste zone of vak.
Zijn tiende seizoen als masseur bij Trappers gaat hij in. De geboren en getogen Tilburger weet dus wel hoe de hazen lopen in IJssportcentrum Stappegoor. Middels 24 vragen leren we de mens achter de spierenkneder wat beter kennen.
‘Het gaat prima met me. Geen gezondheidsklachten en mijn huis heb ik helemaal onder handen genomen in de periode dat ik niet mocht masseren. Gelukkig zijn de maatregelen sinds 11 mei versoepeld en ben ik weer aan het werk. Al merk ik dat de mensen nog terughoudend zijn in het maken van een afspraak. Voor Corona had ik 4 tot 5 afspraken op een dag. Nu vaak maar 1 of 2.’
‘De kleedkamer. Het hele jaar werk je met z’n allen naar die maximaal 20 play-off wedstrijden toe. Wanneer dat twee dagen voor de eerste wedstrijd tegen Selb min of meer van je wordt afgenomen, kan je daar moeilijk vrede mee hebben. Ik heb daar zeker wel drie weken stevig van gebaald. Misschien zelfs wel een maand.’
‘Ik verwacht niet veel problemen. De meeste jongens zijn goed getraind en voor zover ik het in kan schatten, spelen ze liever een wedstrijd dan dat ze trainen.’
‘Praktisch iedereen in de familie Spijkers was met een (voet)bal in de weer. Met een vader die met NOAD nog betaald voetbal heeft gespeeld, was het dus niet de vraag óf, maar veel meer wanneer ik het blauwgele shirt over mijn schouders zou trekken. Ik was een verdienstelijk doelman die begon aan de Melis Stokestraat en via Willem II, NAC en het Belgische Vorselaar uiteindelijk weer bij NOAD terecht kwam. Helaas moest ik op mijn dertigste stoppen vanwege een kapotte knie.’
‘Zoals ik net al vertelde maakte een vervelende knieblessure een vroegtijdig einde aan mijn keepersloopbaan. Naast het keepen zat ik bij NOAD in de (internationale) toernooicommissie. Bij één van de buitenlandse tripjes zakte een speler in elkaar. Zonder na te denken sprintte ik het veld in en redde zijn leven door zijn ingeslikte tong los te wurmen. Voorzitter Theo Janssen was dermate onder de indruk van mijn heldhaftige optreden dat hij me vroeg masseur te worden. En de rest is geschiedenis.’
‘Natuurlijk moet je het in je vingers hebben. Als een speler bijvoorbeeld last heeft van zijn hamstrings moet hij na drie behandelingen wel verbetering voelen. Daarnaast moet je goed luisteren naar degene die op de tafel ligt om te weten wat zijn klachten zijn.’
‘Manusje-van-alles. Ik probeer iedereen daar waar het kan te helpen. Voor jongens die het moeilijk hebben, bied ik een luisterend oor. Verder zeg ik vrijwel nooit ‘nee’. Mocht ik onverhoopt iets niet direct op voorraad hebben dan kan ik blind op mijn leverancier (Mediart-Judan uit Dinteloord) vertrouwen. Zo heb ik het de volgende dag alsnog in huis. Ze vormen een onmisbare schakel in mijn werk.’
‘Dat zijn er twee. Onze eerste thuiswedstrijd in de Oberliga tegen EHC Neuwied. We verloren met 1-4 en ik dacht: ‘Wow, waar gaat dit heen!?’
En als tweede het derde finaleduel tegen Bayreuth in datzelfde seizoen. De ziekte van Guus. Wat er gebeurde met de vrouw van Peter van Biezen en de ziekte die Petra Aarts trof. Om de woorden van Peerke nog maar eens te herhalen: ‘Zo’n bizar jaar maken we nooit meer mee.’
‘Dale Weise. Die had een partij benen. Niet normaal! ‘Be careful Wimmie. Those legs are one million dollar each’, zei hij tegen me toen hij voor de eerste keer op de massagetafel ging liggen. Haha..’
‘Jazeker gebruiken Freek (van Bladel) en ik die. Maar die ga ik niet openbaar maken.’
‘Barry Smith noemde me ‘Wimster’, maar nu is het toch vooral ‘Wimmie’.’
‘Als ik niet aan het werk ben, zit ik meestal op de ijsbaan. Of anders lekker achter op de plaats. Barbecuetje aan en genieten.’
‘Van het overlijden van mijn vader. Door topsport en jarenlang intensief trainen raakte zijn hart gewend om grote hoeveelheden bloed rond te pompen. Zijn hart werd groter en zijn hartspier dikker. Zijn plotselinge dood heeft mij de betrekkelijkheid van het leven doen inzien.’
‘Dat ik, zeker in deze bizarre tijd, gezond ben.’
‘Frites met kip en appelmoes. Klaargemaakt door mijn moeder.’
‘Dat ik mensen te snel mijn vertrouwen schenk. Daar heb ik al een aantal keer mijn neus mee gestoten.’
‘Met de leden van de Australische hardrockband AC/DC. Lijkt me geweldig om muziek te maken met die gasten.’
‘Van een oude printer die ik op Facebook te koop aanbied. Ik had er twee namelijk.’
‘Een vakantie naar Canada. Niet alleen omdat Canada het moederland van het ijshockey is, maar nog meer vanwege de schoonheid van het land. Zeer waarschijnlijk gaat het volgend jaar juni gebeuren. Mijn vriendin heeft een tante die woont in St. Marys, een stad op twee uur rijden van Toronto. De bedoeling is om daar onze koffers te stallen. Haar twee zoons hebben al aangeboden ons dan wel de mooie plekken van Canada te willen laten zien.’
‘Oud-keeper van PSV en mijn idool, Jan van Beveren. Voor mij de beste Nederlandse doelman ooit. Enorm lenig, ongeëvenaarde reflexen, enorme sprongkracht, alle ballen klemvast, tweebenig en uitworpen tot over de middellijn. Hij kwam 32 keer voor Oranje uit, maar maakte nooit een WK of EK mee. Voor de eindronde in Duitsland in 1974 raakte hij geblesseerd en twee jaar later, voor het EK in Joegoslavië, bedankte hij uit boosheid over de voorkeursbehandeling van met name Johan Cruijff. Hij vertrok naar Amerika waar hij in 2011 op 63-jarige leeftijd overleed.’
‘Tilburg Trappers opkopen…haha. Nee, dat is flauwekul. Een online sportwinkeltje opzetten en een mooie nieuwe auto aanschaffen zijn zaken die me zo te binnen schieten. Verhuizen naar een grote villa of stoppen met werken hoeft van mij niet.’
‘Schindler’s List. Een film over de rol van de Duitse zakenman Oskar Schindler in de Tweede Wereldoorlog. Als eigenaar van een potten- en pannenfabriek uit het Poolse Krakau redde hij het leven van 1100 Poolse en Tsjechische Joden door ze op een lijst te zetten van werknemers in zijn fabriek die om die reden beschermd moesten worden. Een prachtig waargebeurd verhaal met geweldige acteurs. Het feit dat regisseur Steven Spielberg de film nagenoeg in zijn geheel in het zwart-wit heeft opgenomen, maakt de beelden nog indrukwekkender.’
‘Vooropgesteld: ik heb van praktisch elke speler genoten de afgelopen negen jaar. Als ik naar de buitenlanders kijk, dan zou ik Dale Weise, Aaron Lee, Parker Bowles of Brock Montgomery wel terug willen zien. Wie van de vier het zou worden, hangt ook van de grootte van de zak met geld af. Van de Nederlandse jongens kies ik voor Diederick Hagemeijer. Een ‘klootzak’ op het ijs, maar daarbuiten een gouden vent.’
‘Doe ‘Sleutel’ (Ian Meierdres) maar.’
‘Of hij ons play-off geheim wil vertellen…haha.’