Terug naar Nieuws

Vallen, opstaan, revalideren en weer doorgaan

KOPZORGEN NOPEN NICK DE RUIJTER TOT STOPPEN

Maandenlang had hij dagelijks last van hoofdpijn, na een kanonskogel van Giovanni Vogelaar die hem op zondag 10 februari 2019 ongelukkig vol achter zijn linkeroor trof. Nick de Ruijter had vaker pijn, de laatste jaren. Gevolg van de roofbouw die hij op zijn lichaam heeft gepleegd, bekent de 27-jarige Tilburger. ‘Nu heb ik eindelijk naar mijn lichaam geluisterd.’

Vallen, opstaan, revalideren en weer doorgaan. Het hoort bij De Ruijter. Opgeven komt niet voor in zijn vocabulaire. Zijn lijst met gebroken of gekneusde ledematen is langer dan een gemiddeld lijstje voor de weekendboodschappen. Zweepslag in de kuit, opgerekte banden in de schouder, drie maal gebroken sleutelbeen, gebroken pols, gekneusde vingers en verrekte kniebanden vormen slechts een korte opsomming van het blessureleed. ‘Blessures horen bij het spel. Dat weet je op het moment dat je eraan begint. Angst heb ik nooit gekend. Als je in het ijshockey bang bent, moet je niet het ijs opstappen.’

CULTUURDRAGER

De eerste kennismaking met de aanjager begon in seizoen 2009-2010 toen hij in de finaleserie tegen Nijmegen voor de leeuwen werd gegooid. Een decennium lang is De Ruijter een van de cultuurdragers van de drievoudig Oberliga kampioen. Vaak was hij de speler die het vuur in het spel van Trappers ontstak. Check hier, duwtje daar, de winger liet de tegenstander vaak voelen hoe ver hij mocht gaan.

Hij schikte zich in zijn rol, maar stond er wanneer het nodig was. En als hij scoorde, was het vaak belangrijk. ‘Natuurlijk is het mooi om van waarde te zijn door te scoren of het geven van een assist. Dan val je op bij de mensen. Ik ben echter een echte vierde lijn speler en heb mijn rol binnen de ploeg altijd volledig geaccepteerd.’

HARDE KLAP

Hij miste de eerste vier maanden van de afgelopen ijshockeyjaargang vanwege een sleutelbeenbreuk. Een kwetsuur die hij opliep na een harde check van Ales Jirik in het eerste finaleduel tegen Deggendorfer SC. Op 11 januari 2019 gaf hij zijn rentree in de Tilburgse hoofdmacht extra glans met een doelpunt en een assist. De acht duels daarna gingen als een speer met twee goals en even zoveel beslissende passes. Tot die wedstrijd in Rostock.

Letterlijk in één harde klap was zijn ijshockeycarrière voorbij. Een ‘one timer’ van Giovanni Vogelaar raakte hem in de derde periode vol achter zijn oor met een zware hersenschudding als gevolg. ‘Tijdens powerplay stond ik voor het doel. Ik kreeg een cross check in mijn rug, viel voorover en precies op dat moment haalde Gio de trekker over. Echt domme pech!’

Ondanks de harde dreun wilde De Ruijter verder spelen. Maar dat mocht niet. ‘Bij het testen van mijn gezichtsvermogen door een ambulancebroeder raakte ik buiten bewustzijn. Mijn zicht kwam pas terug toen het infuus zijn werk begon te doen. Een dag heb ik in het ziekenhuis gelegen daar.’ Een zware hersenschudding luidde de diagnose. ‘Er zijn scans van mijn hoofd gemaakt maar daarop was niets te zien. Of ze alles goed hebben kunnen zien, is de vraag want door de klap had ik een enorme zwelling op mijn kop.’

CONSEQUENTIES

De maanden verstreken, maar het duizelige gevoel, de misselijkheid en hoofdpijn verdwenen niet. ‘Ik snap niet wat er aan de hand is. Hoe kan het dat de hoofdpijn verdwijnt tijdens krachttrainingen, terwijl als ik ga hardlopen of op een fiets stap niet meer van de pijn in mijn hoofd af kom? In overleg met onze fysio, Lars van Engelen, wil ik de mogelijkheid onderzoeken of een neuroloog opnieuw naar me kan kijken om zo de oorzaak van mijn klachten te achterhalen. Dan weet ik ook of ik in de toekomst nog hobbymatig kan blijven sporten.’

De situatie dat er eigenlijk maar mondjesmaat verbetering optreedt, zint De Ruijter dan ook totaal niet. ‘Gelukkig heeft mijn werkgever (Hoppenbrouwers Techniek) alle begrip voor mijn situatie. Men geeft me de ruimte deels op kantoor en deels op de bouw te werken. Dat is heel prettig. Toch is het hoogst vervelend dat het zo lang duurt. Ik weet wel, ik moet naar mijn lichaam luisteren, egoïstisch zijn, maar zo steek ik niet in elkaar. Hoe lang het gaat duren, kan niemand me vertellen. Dat is juist zo frustrerend en maakt me bij vlagen chagrijnig.’

LASTIGE BESLISSING

Gedurende zijn carrière dacht Nick meermaals aan stoppen. De combinatie school, werk en ijshockey trok een zware wissel op de aanvaller. ‘Er waren dagen dat om 5.15 uur de wekker ging en ik na de avondtraining pas om 22:30 uur weer thuis was. Dat was soms teveel van het goede. Vooral omdat ik op alle vlakken mezelf voor honderd procent wil geven. Anders heb ik het gevoel dat ik aan het verzaken ben en daar heb ik een gruwelijke hekel aan.

Gesprekken met zijn vriendin, familie en ploeggenoten brachten hem dan weer op andere gedachten. Nu gooit zijn lichaam roet in het eten en hangt hij de schaatsen aan de wilgen. ‘Uiteraard was dit een lastige beslissing want ijshockey is mijn passie. Daar lag mijn hart, daar leefde ik voor.’ Betekent dit ook dat we hem wekelijks op de tribunes van IJssportcentrum Stappegoor zien? ‘Ongetwijfeld kom ik naar mijn vroegere ijshockeymaten kijken, maar zeker niet elke thuiswedstrijd. Ik vond het als geblesseerde speler al een kwelling om toe te moeten kijken.’

TROTS

De pijn van het gedwongen afscheid zal nog wel even voelbaar zijn, maar op termijn plaatsmaken voor trots. Waar is hij eigenlijk het meest trots op? ‘Pfoeh….waar ben ik het meest trots op? Ik ben heel blij dat ik het zover hebben geschopt. Zeker omdat ik niet het grootste talent uit de Trappers-jeugd was. Maar met doorzettingsvermogen heb ik toch maar mooi tien jaar in het eerste gespeeld. ‘

Foto’s: Arie Leeuwesteijn