Terug naar Nieuws

Trappers spotlight

RENO DE HONDT: ‘VRIJDAG IN DIEZ BEN IK ER WEER BIJ’

Natuurlijk had hij best in Amerika willen ijshockeyen, maar de realiteit won het in de zomer van 2014 van de American Dream. Destijds keerde Reno de Hondt als zoon ván terug op het oude nest. Na 297 wedstrijden en 233 punten in de Oberliga heeft de getructe aanvaller zelf zijn weg gevonden in de ijshockeywereld.

Extra aandacht en vergelijkingen waren er altijd, maar het is geen kwestie van copy-paste. ‘Mijn eerste seizoen na mijn terugkomst stond in het teken van mezelf willen bewijzen. Ik was tenslotte de zoon ván. Daar was ik heel erg mee bezig en had ik ook wel last van. Het was Ivy (van den Heuvel) die aangaf dat ik me niet met de buitenwereld moest bezig houden want binnen de spelersgroep was het feit dat ons pap technisch manager was totaal geen item.’

Zijn naam viel al…Ivy van den Heuvel. Tot voor kort werkte je op maandagochtend, maandagavond en woensdagochtend als personal trainer in het trainingsinstituut (PTI) van de oud-Trappers captain. Waarom ben je gestopt?

‘Ik was bezig meerdere ballen in de lucht te houden, terwijl je eigenlijk maar één ding goed kunt doen. Op woensdagochtend hebben we een optionele training met Trappers. Vanwege mijn werk bij Ivy moest ik deze oefensessie afgelopen half jaar noodgedwongen missen. Dat vrat aan me. Ik wil me als ijshockeyer namelijk verder ontwikkelen. Dan moet je keuzes maken. Heel jammer want ik heb grote bewondering voor Ivy. Dat was als speler al en de afgelopen tijd bij PTI niet anders.’

Waar zijn ploeggenoten op zondagmiddag 26 september tegen Rostock Piranhas aan het zevende Oberliga seizoen begonnen, moest ‘de Witte Rooie’, zoals zijn bijnaam in de kleedkamer luidt, noodgedwongen toekijken. Bij een ongelukkige botsing in de openingsperiode van de oefenwedstrijd tegen Krefelder EV 81 raakte hij geblesseerd. Hoe is het nu met je?

‘Het gaat goed. Ik sta al twee weken op het ijs. Afgelopen week heb ik getraind zonder contact. Dat verliep prima. Deze week hebben we dat uitgebreid naar mét. Ook dat gaat volgens plan. Ik ken mijn lichaam goed genoeg. Met pijn kan ik spelen. Met iets dat kapot is, neem ik het risico niet. Zoals het nu aanvoelt, maak ik vrijdag tegen Diez-Limburg mijn rentree.’

Wat vind je het moeilijkst tijdens de revalidatieperiode?

‘Het is heel vervelend om vanaf de tribune toe te moeten kijken. Je zit daar maar en ziet op het ijs dingen gebeuren, maar kunt niets doen. Je wilt je steentje bijdragen en beslissend zijn. Zeker in wedstrijden waarin het close is. Toch was de periode van gedwongen rust makkelijker te accepteren omdat het een serieuze blessure was en ik geen risico wilde nemen door te vroeg te beginnen en dan met een terugslag te maken te krijgen.’

Vandaag word je 26 jaar, gefeliciteerd. Volgens experts is de perfecte leeftijd van een topsporter 28-29 jaar. Dat betekent dat jouw beste jaren nog moeten komen. Waar kun je jezelf nog verbeteren?

‘Zoals gezegd wilde ik me in mijn eerste jaar kost wat kost bewijzen. Door de jaren heen merk ik dat ik gebaat ben bij rustig blijven en elke dag hard werken. Dan komt het wel goed met mij. Ik voel dat er nog rek in zit. Ik kijk bijvoorbeeld veel naar Diego (Hofland) en de manier waarop hij positie kiest. Verder wil ik constanter worden. Er zijn avonden waarop alles lukt, maar juist in duels waarin alles niet vanzelf gaat, wil ik ook van waarde zijn.’

Komend weekend spelen jullie vrijdagavond tegen Diez-Limburg (uit) en zondagmiddag is Hamburg Crocodiles (thuis) de opponent. Wat verwacht je van deze duels?

‘Na de nederlaag bij Halle willen we wat recht zetten. Het is zaak vanaf de openingsface-off bij de les te zijn, met verstand te spelen en niet mee te gaan in het spel van de tegenstander. Wanneer we dat doen, reken ik op twee overwinningen.’