Terug naar Nieuws

Drie op een rij voor Reno de Hondt

Houder van de Oberliga titel. Zo mag DESTIL Trappers zich sinds vrijdagavond 28 april noemen. Voor het tweede jaar op rij haalden de Tilburgers het kampioenschap naar de Kruikenstad. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is.

‘Toch is het dat niet’, aldus Reno de Hondt na afloop van de huldiging van de Oberliga Meister door de gemeente Tilburg. ‘Veel teams hadden zich in de zomerperiode behoorlijk versterkt. Iedereen wilde van ons, als regerend kampioen, winnen. Daarom was er veel weerstand, ook in de op papier makkelijke duels. Tenslotte eindigden we het reguliere seizoen als vierde, maar in de play-offs stonden we er toch weer.’

Het besef dat de beker voor het tweede jaar op rij in de Trappers prijzenkast verdwijnt, kwam pas zaterdagochtend bij de kleine technicus. ‘Het is enorm knap wat we gepresteerd hebben. Daar mogen we heel trots op zijn. Ondanks dat we een aantal dompers hebben gekend gedurende het jaar, zijn we onverstoorbaar door gegaan. Als dit dan het eindresultaat is, mogen we daar met z’n allen ongelofelijk trots op zijn.’

Volgens de 21-jarige aanvaller, die sinds hij onderdeel uitmaakt van de Tilburgse hoofdmacht louter kampioenschappen veroverde, vormt de goede sfeer binnen het team de basis voor het prolongeren van de titel. ‘Deze groep is één. Iedereen kan goed met elkaar opschieten. Het is een hechte groep die voor elkaar door het vuur gaat en hetzelfde doel nastreeft. Iedereen wil winnen en beter worden. De gretigheid van ons allen heeft ons de titel opgeleverd.’

De center kan terugkijken op een uitstekende seizoen in zijn nog jonge ijshockeyleven. Een tweetal vervelende blessures hielden hem tijdens het reguliere seizoen vijftien duels aan de kant, maar in de play-offs deed De Hondt met één goal en vijf punten in zestien wedstrijden van zich spreken. ‘Van dit kampioenschap kan ik net iets meer genieten dan vorig jaar. Dat komt vooral omdat ik weer meer ijstijd heb gekregen en tijdens powerplay en penaltykill mijn steentje heb kunnen bijdragen.’

(Foto: Thijs de Witte)